links
Snorkelen bij strandje van camping Calanchiole.
rechts
streep
strandje
Het strandje aan de Golfo Stella, camping Calanchiole.
Donderdag 27-7-2006 Snorkelen bij camping Calanchiole.
Maar wij komen wèl op een schitterend plekje te zitten. Al gauw liggen we bij het strandje rechts te snorkelen in water van minstens 20 m zicht, een stuk zandbodem, maar ook met rotsen. Dus zitten er van allerhande vissen.
(Groepjes Mullus barbatus (Gewone zeebarbelen), die in het zand wroeten, Bothas podas(Gevlekte dwergtarbot) met hun perfecte camouflage, men ziet ze pas wanneer ze bewegen, Diplodus vulgaris (Gewone zeebrasem) en Coris julis (Girelle) is sterk variërend in kleur, Sarpa salpa (Goudgestreepte zeebrasem).
Zoals altijd moet ik al die vissen enkele keren heel bewust bekeken hebben alvorens ze goed te kunnen beschrijven c.q. herkennen. Bij elke keer komen er dan “nieuwe soorten” bij. Soms omdat je ze nog niet zag, maar dikwijls wel al eerder gezien, maar nog niet vastgelegd. Die grote scholen visjes zijn dat nu koornaarvissen (Atherina sp) of ansjovissen (Engraulis engrasicolus)? Misschien.wel een sardien? De 2e keer komen de Schriftbaarzen (Serranus scriba) naar voren. We zwemmen naar het volgende strand rechts. Maar Tineke moet vanwege kramp in haar tenen omdraaien. (Haar flippers zijn te krap.) Ik ga nog wat verder, kom tussen enkele grote rotsen door in wat troebeler water en zie opeens veel grotere Sarpa salpa en ansjovissen. 35 cm grote zilveren vissen, maar welke?
Aan de andere kant van de linkerrots zwemt een oudere vrouw in een bloemenpadpak en een roze muts. Ze zwaait driftig met een groot mes op en neer. Schelpdieren verzamelen? (Ik hoop het. Heb het niet op gewapende duikelaars.) Buiten de vissen zijn er ook dode krabben, Pauwwier (Padina pavonica), Neptunusgras (Posidonia oceanica), Parasolwier (Acetabularia acetabulum). Niet veel want op kaal zand groeit nu eenmaal niet veel, anders is het niet kaal.
schelp
kreeftje
Dat dat ook anders kan zijn, zien we wanneer we later op de middag links aan de rotskust gaan snorkelen. Daar zijn ontzettende weidse en hoge neptunusgrasvelden. Tot één meter hoog. Tussen het pauwwier zitten vlak aan de kust massa’s zeeanemonen: Wasroos (Anemonia viridis of Anemonia sulcata, oude naam). Verderop tegen de randen van het neptunusgras zie ik enkele bruin-wit gestreepte waaiers Sabella of Spirographis) spallanzani en een kokerworm. Op het zand tussen de velden liggen aardig wat zeekommers (Holoturia tubulosa, grijze en H. forksali, die chocladebruin zijn.
Veel vissen zie je niet, die zitten waarschijnlijk in het hoge gras. Wel een 18 cm grote St. Jacobsschelp of kammossel (Pecten maximus). Ik vind een heremietkreeftje in een 8cm lange spitstoelopende schelp van een Cerithium vulgatum. Tineke plukt er later een van de waterkant. 

’s Avonds gaan we in het restaurant op de camping eten. Tineke tonijn-risotto (met voor haar te veel garnalen, inktvis en scheldieren. Ik eet een penne d’arrabaida (lekker pittig) en een flinke vis in olijfolie met aardappeltjes en courgettes. Neem er nog frites bij. De enigszins mousserende witte huiswijn smaakt goed.

Niels belt en vertelt dat het met Myrthe weer goed is. Hij heeft verf gekocht en is in zijn flat aan het schilderen.
Ik ga opnieuw zwaar zwetend de nacht door. Zelfs door de (enkele) slaapzak heen waar ik op lig.
streep