Sinds enkele dagen zijn we met
zijn drieën onderweg langs de zee af vanaf West-Vlaanderen
richting Normandië en Bretagne. We hebben schitterende kusten
gezien met prachtige, haast exotische, havenstadjes. Zoals we dikwijls
tijdens de wandelingen doen, lopen we zo maar de een of andere kerk
binnen. Even de stilte in en kijken wat vorige generaties tot stand
konden brengen en waar nu geen "behoefte" meer aan is. Maar wat wij ook
niet meer kunnen. We hebben er de vakmansschap, het geduld, de
motivatie en het geld niet meer voor. Misschien laat onze
generatie qua cultuur wel een groot zwart gat achter in de geschiedenis.
We doen vandaag een toer in
de
buurt van Barfleur (kustplaats in Normandië). Het kerkje van
gehucht Montfarville zou iets aparts zijn en dat gaan we even bekijken.
Ronduit
prachtig is het. Heel apart zijn de vele fresco's
(tot
op het plafond) en de
polychrome 3-dimensionale kruiswegstaties. Jammer genoeg zien we
weinig, omdat het vrij donker is.
Als we op het punt staan de
kerk te
verlaten, komt van buiten `n vrouwtje van rond de 60 op ons af
en vraagt mij of ik weet hoe
goed God wel niet is. Het is een klein vrouwtje met donkerblauwe lange
jas en
hoofddoek om. Maar het meest opvallende is de drain, die uit haar neus
komt en in d'r jas
verdwijnt. Ze spreekt over
de spirituele kant van 't bestaan, de mooie natuur, 't fijne van het
leven.
Zoiets spreekt me wel aan. Terwijl ik probeer in te schatten wat dit
voor een mens is, (een bedelaarster,
een ijverig nonnetje of misschien
gewoon een toegewijde parochiaan, die de toeristen op de echte
redenen van zo'n mooie kerk wil
wijzen) antwoord ik, niet op een conventionele
manier in een god te geloven. Maar
eerder in een oerkracht, die alles teweeg heeft gebracht. "We kunnen
genieten van de natuur, de sterren,
het grote èn het kleine. Maar ook om al die mooie dingen, zoals
hier in deze kerk. Mensen, die zoiets maken moeten wel geloven
aan een goede god. Anders krijgt men niet zoiets moois voor elkaar." Ze
glimlacht weer eens en komt dan tot een heel verrassende slotopmerking:
"Wanneer u een frank in dat kastje
daar doet, dan gaat het licht branden!" Ze bedankt voor het
gesprek en loopt verder de kerk in.
De opmerking over die
frank moet
Tineke vertalen. Zo'n gespreksomslag gaat bij mij niet zo snel.
(Opmerkelijk overigens hoe snel men een lang geleden
geleerde taal weer op kan pikken. Jaren dik spinnenrag wordt opeens
weer
omgezet in nieuw
hersenspinsel.) Uiteraard werkt de truc met de frank en zien
we de kerk nu pas echt goed.
Eigenlijk bederft dat de sfeer; we gaan dan ook verder voor het muntje
op is.
Voor mij was dit een
heel bijzondere ontmoeting of moet je
misschien verschijning
zeggen. Is een donkerblauwe lange jas geen moderne variant van een
mantel? Lijden zelfs heiligen wanneer hun aantal aanhangers sterk
daalt? |
L'église
de Montfarville a
été édifiée en 1763 et construite en granit
blanc. Elle contient
d'exceptionnelles richesses artistiques : une Vierge à l'enfant
en
pierre polychromée (XII ème siécle), quatre
grandes statues en bois de
Saint-Paul, Saint-Charles, Saint-Maur et Saint-Jean-Baptiste adolescent.
Cette église s'enorgueillit de très beaux tableaux du
paintre Révillais, Guillaume Fouace.
18 toiles, représentant des scènes de la vie du Christ,
tapissent la voûte et le choeur de l'église.
Ces tableaux sont classés à l'Inventaire des Monuments
Historiques. |