De "buta"van Parigi, Midden-Sulawesi .  

27—12—1983.

Parigi Ik ben op Sulawesi bezig aan een 7 weken durende reis door dit zeer grillig gevormde eiland. Hoge bergketens en nog steeds bijna ondoordringbare wouden hebben voor geďsoleerd wonende volkeren gezorgd,zodat kompleet verschillende culturen zijn ontstaan. Verschillen zoals  ik al eerder tussen andere eilanden zag.
Afstand
in tijd gemeten wordt echter korter, wegen worden aangelegd om ook afgelegen gebieden te ontsluiten.
Ik heb Makasaren en Buginezen gezien, (zeevarende volken, handelaren čn als ik de vaderlandse geschiedenis mag geloven zeeschuimende volkeren), Toraja's (met hun inmiddels wereldberoemde dodencultuur) en de christelijke gemeenschap rond het schitterende Poso meer.
De reis vandaag gaat door woeste natuur en uitgestrekte Balinese transmigratie projekten, kompleet met de ingangspoorten, tempels en beelden. Ik bedenk me hoe verschrikkelijk het voor Balinezen moet zijn om van hun geliefde eiland gezet te worden. Maar ook wat voor gevoelens dat moet opwekken bij de oorspronkelijke bevolking. Waar doorstroming groter wordt is kans op turbulentie.

Het is al weer donker als ik in Parigi afgezet wordt bij Losmen Tora-Aku. Parigi is maar een klein dorp, kleiner dan ik verwachtte. De kaart geeft een stad van behoorlijk belang aan maar dat is het alleen in vergelijk met de nietige dorpen in de verre omgeving. Na de mandi loop ik buiten wat rond, koop "obat anti-nyamuk" vanwege de vele muggen en klets met diverse mensen op het randje van de stoep: "Nee, een boot naar Gorontalo zal de komende tijd moeilijk zijn. Een paar uur geleden is er een weg gegaan en sinds de aanleg van de "jalan trans-Sulawesi" zijn er nog maar weinig, die deze route hebben." Dit valt me tegen.

Typisch hier is dat ik me niet 100% op mijn gemak voel, ik pik iets uit de atmosfeer op dat me voorzichtig maakt. Dit komt meer voor en wel steeds (louter en alleen?) in havensteden. Van oudsher plekken op de wereld met grote stromen volk en daardoor ook grotere cultuurverschillen en meer wrijving.
Of misschien wel het verschil tussen de christelijke en dus meer westerse enclave rond Poso en een puur moslem gebied.
Na een verhaal over Westerling en de massamoorden hier op Sulawesi (35000!?!)
begint iedereen "permisi" te vragen om naar huis te gaan en vraag ik eveneens: "permisi?” en loop naar het hotel terug.
Dat is het misschien, de moslem bevolking heeft hier meer van de Hollanders te lijden gehad, dan de christenen. Het verhaal van deze Westerling is maar weinig bekend in Nederland. Waarom eigenlijk? Of is deze historie (voor Nederland) nog te kort geleden? Zitten er nog te veel belangrijke figuren achter? ”Wir haben es nicht gewusst?”

Terug in Tora-aku kom ik al rap aan de praat met de oude man, die daar het hotel laat runnen door zijn vrouw, (zuster?). Hij wil mijn fototoestel zien en raakt helemaal hysterisch van de zoomlens:”Senaaaang sekaaaali, senaaaang sekaaaali...,” is vrijwel het enige, wat hij kan zeggen. (In modern Nederlands: Wauuuuw!) Zelf was hij ooit in Singapore geweest, waar hij een Nikon aan had overgehouden met een paar knoepers van voorzettelelenzen. Loodzwaar.
Omdat ik bijtijds op wil staan, stap ik vroeg op en ga te bed. De nacht die volgt is de verschrikkelijkste, die ik ooit heb meegemaakt. Aanhoudend racet er boven me, over die erg gehorige planken vloer, een "tikus" (rat). Steevast met een hond erachteraan. De hond wordt zo af en toe tot stilte gemaand. Hardhandig. Dan is het even stil. Ik doe geen oog dicht. Niet dat dat nu iets uitmaakt, ogen dicht of open. Het is zo aardedonker, dat je alleen de “druk-op-de-ogen--vonken” ziet. Zo langzaam aan begint mijn zult van alles voor te stellen en loeren er overal "nyawa" en "hantu". Komt daar boven niet een Buta (reus) aanzetten? Huhuuuhuuu.....

28-12-1-1983

Geradbraakt en met zenuwen op knapspanning kruip ik uit het bed. Heb niet de moed om te vragen wat voor geweld dat.vannacht geweest is. Misschien begin je dan pas echt aan spoken te geloven.


Terug naar overzicht.