6-10-2008. Boottocht door
de baai van Halong. Na een zweterige nacht,
waarin Tineke niet best slaapt,
staat we om kwart voor zeven op. De spullen worden weer ingepakt en na
het
ontbijt beneden is het wachten op de gids, die ons vandaag naar Halong
City zal
brengen. Het is beneden in de kleine lobby een drukte van jewelste:
mensen die
gaan en komen, volk dat net als wij op vervoer zit te wachten of nog
moet
ontbijten. Ook buiten is het weer druk, zoals de slagers aan de
overkant en de
krioelende brommers. We zouden om acht uur
gegaan zijn, maar het wordt om
onduidelijke redenen haast half negen voor we opgepikt worden. De bus
is al
aardig vol en zo kom ik op de achterbank en Tineke ervoor terecht. Al
gauw is
duidelijk dat de achterbank niet zo'n goede plek is. De chauffeur neemt
allerlei ongeregeldheden in de weg in volle vaart, zodat ik geregeld
"airborn" ben en uiteraard weer teruggekwakt wordt. (Ik heb na de rit
dan ook last van mijn rug.) Onderweg zien we aardig
wat rijstvelden. Huizen hier
hebben een heel aparte eigen stijl. Ze hebben een zeer smalle gevel en
zijn
steeds drie verdiepingen hoog en heel lang. Meestal zijn de zijkanten
niet
afgewerkt. Altijd zijn ze er zo neergezet dat de tussenliggende ruimte
voor een
nieuw smal huis gebruikt kan worden. Om 10.40 uur leggen we
bij een restaurant annex
borduurwerkplaats annex keramiekfabriek aan. Uiteraard worden de
spullen, die
er gemaakt worden ook verkocht. Om 11 uur gaat het weer
door over hult en bult naar
Halong City. Daar gaan we na wat
wachten om 12.40 aan boord van een
van de vele houten boten: “Cong Nghia” Vanuit het hotel is alleen een
Australisch stel met 3 jarige dochter meegekomen. Verder twee Duitse
meisjes,
twee Chinese stellen, een man uit Perth met zijn Vietnamese vrouw en
drie
Amerikaanse jongens, die engelse les geven in Thailand. De boottocht voert ons
door een sprookjeswereld van
grillig gevormde rotseilanden. Steeds wanneer we er een gepasseerd
zijn, duiken
er nieuwe aan de horizon op. Roofvogels struinen de hellingen af,
zwarte
wouwen? Soms zien we hun veel kleinere prooien tussen het struikgewas. 13.45 leggen we bij Hang
Dau Bo aan om de Caves of the
Wooden Sticks te bezoeken of zoals de Fransen zeiden de "Grotte des
Merveilles". Nu horen grotten uiteraard bij karstgebergte, maar deze
grotten zijn wel de meest ruime en hoge die we ooit zagen. Op zijn
Chinees zijn
er gekleurd licht accenten in aangebracht. Topplek vinden we daar waar
een gat
naar de buitenlucht een dikke zonnestraal de grotten binnenvalt.
Schitterend. We lopen weer naar buiten
en komen na enkele
souvenirverkooppunten bij een 2e grote grot. 14.15. Misschien iets
minder dan
de eerste maar zeker de moeite van nog een klim waard. Buiten zien we weer
wouwen overvliegen en verder wat
krabbetjes op de rotsen. En weer door gaat het tussen de 3000
rotseilanden van
deze archipel. Heel even zien we het vasteland in de verte om dan rap
uit het
zicht te verdwijnen. Tegen drie uur passeren
we enige vissersnederzettingen.
Bij een ervan kan men met een bootje door twee grotten varen. Dat laten
we
voorbij gaan. Verderop zien we enkele
arenden vissen. Enige mensen
worden op Cat Ba eiland afgezet, zij overnachten vannacht op het
eiland. De
rest blijft aan boord en heeft intussen al een hut toegewezen gekregen.
Rond
zes uur wordt het donker. Vlak voor we definitief voor anker gaan voor
de nacht
op een plek waar diverse boten liggen, gaan we nog snel een rondje
kajakken
.Doordat het snel donker wordt, kunnen we dat maar even doen, jammer! We douchen en gaan wat
later aan het diner. We kletsen
wat met de Australiërs en een Chinees paar dat in de VS woont. Ze
zijn onderweg
naar hun zoon in Thailand! 's Avonds liggen we nog
een tijdje op het bovendek, maar
gaan later de verslagen schrijven. |