18-10-2008. Van Dalat
naar Ho Chi Minh City. Tineke is al om 6 uur op.
Even de zaken op orde brengen
en dan om half zeven gaan eten. Een ongevraagde wekservice hoefde dus
niet. Na
het uitchecken en wachten op de bus, worden we om 7.15 opgehaald met
een
minibusje, dat goed vol komt te zitten. Gelukkig gaan we hier niet mee
naar
Saigon (HCMC), maar worden we naar een andere plaats gebracht waar al
twee
andere Open Tour bussen staan te wachten. De mooie nieuwe èn
volle bus gaat
direct weg, ons minibusjes volk wordt in het broertje (lees beroerdje)
geladen
van de Brothers Café bus van eergisteren, toen we naar Dalat
toegingen. We zijn dan ook de straat
nauwelijks uit (7.45) of de
motor valt uit en moet de chauffeur hem weer aan de praat zien te
krijgen. Dat
lukt hem wel dus. Later slaat de motor op een lange helling naar
beneden weer
af en lijkt hij door de zwaartekracht weer aan de praat te komen.
Daarna is er
geen gemopper meer. Grote pré van
vandaag is dat er eindelijk eens Vietnamese
muziek wordt gedraaid. Niet erg lang want één van de 3
Israëlische meisjes, die
met een chagrijnig gezicht achter haar Ray Bans, gaat naar voren om
over de
entertainment te mekkeren. Dus zet de chauffeur hem uit! Als ze weer
zit vraag
ik haar of ze Vietnamese muziek misschien niet goed genoeg vindt? Dat
brengt
haar humeur niet bepaald omhoog. Als je er niet tegen kunt moet je niet
laat
gaan stappen als je 's morgens vroeg er weer bij moet zijn. We gaan langs de
kathedraal en de weg naar de Cable Car
Dalat uit. Enige tijd rijden we nog langs de beboste hellingen en
bergruggen.
Dit is weer een schitterend gebied. Navrant is wel een beetje
dat het weer nu prachtig is
(voor het eerst sinds twee weken hoorde Tineke ergens), zodat een tocht
met die
kabelbaan volop zicht zou bieden. Verderop wordt het
landschap iets minder wild en van
lange lintbebouwing voorzien. We rijden haast door één
lang getrokken dorp met
steeds weer vergelijkbare huisjes, huizen, winkels, markten etc. Heel
opmerkelijk is dat we de hele dag door feesttenten langs de weg zien
ter ere
van kersverse bruidsparen. Aanvankelijk zijn al die feesten volop aan
de gang
(slechts één maal zien we het bruidspaar bij de ingang
van zo'n feesttent staan),
later op de middag zijn de festiviteiten over en gaat er de bezem weer
door.
Heeft de datum van vandaag iets te maken met dit grote aantal
huwelijken? (10+8
van de 10e maand in jaar 8?)) Nu zien we ook dat
Vietnam een van de grootste
koffieproducenten in de wereld is geworden. Enorme oppervlaktes van de
hellingen zijn met koffieboompjes bezet. Voor vrijwel alle huizen
liggen
gevlochten matten, waarop koffiebonen liggen te drogen. Dat dit
agrarisch
gebied is zien we ook in de dorpen terug aan het aantal winkels dat
kleine
tractoren en ander landbouwwerktuig verkoopt. Om kwart over tien gaan
we aan de kant bij een restaurant
annex thee, koffiefabriek. Nu is fabriek een erg groot woord voor een
tiental
mensen dat theebladeren zit te lezen en te sorteren. Uiteraard liggen
hier ook
de nodige matten koffiebonen. Binnen worden allerlei soorten thee of
koffie
verkocht. Koffie hoeft voor ons niet en losse thee vinden we ook niet
handig.
Ik probeer van de chauffeur namen van cd's en of muzikanten los te
krijgen.
(Van de muziek die hij in het begin draaide. Dat was om ruwweg te
beschrijven
een soort krontjongachtige liedjes met simpele muziekbegeleiding.
Weemoedig van
sfeer. Iemand probeert met de paar woorden Engels die hij machtig is te
vertalen. Maar het enige dat overkomt, is dat ik die muziek wel mooi
vind. Na
40 minuten rijden we weer door. Nu met muziek. Steeds zal het
etiketloze
cassettebandje om en om gedraaid worden.
Dit is iets wat ik in Vietnam
tot nu toe gemist heb: eigen muziek! Overal wordt westerse zooi
gedraaid. Vrij snel (11.30) later
gaan we opnieuw van de weg af, nu
voor de lunch. We nemen de tip van ome Flip over om de Pho hier te
proberen. Ik
neem een soep met rundvlees en veel groenten en Tineke de vegetarische.
Lekker.
Afgelopen dagen zagen we geregeld roodbruin geglazuurde aardewerk
potten met
iets te eten of te drinken erin, maar wat het nu is, daar komen we niet
achter.
In een boom naast het restaurant zien we in een hoge boom oranje
citrusachtige
vruchten hangen van pomeloformaat en een soort dadelpalm. De bouwstijl van huizen
hier is anders als we eerder
zagen. De huizen zijn vrij breed, hebben slechts een bovenverdieping
maar die
steekt aan één zijde van het huis uit, zodat er in de
lengterichting van het
huis op begane grond een soort te smalle veranda ontstaat. Wat moet men
daar nu
mee? Om kwart over een komen
we door een dorp Binh Quan
genaamd. Een dorp als vele andere ware het niet dat het opgesierd wordt
door immens
grote ronde rotsblokken. Op één ervan is een groot wit
buddhabeeld geplaatst,
die het hele dorp zo onder zich heeft. Heel apart. We zijn Binh Quan
nauwelijks
weer uit of die bolders zijn nergens meer te zien. Heel opmerkelijk. Om half twee steken we de
uitloper van een stuwmeer over,
waar vele visplatforms in liggen. Een brede rivier overigens. Dan
volgen
uitgestrekte rubberplantages. De laatste stop voor HCMC
doen we bij een heel nette
winkel. Wie het toiletgebouw wil bezoeken, moet de schoenen uitdoen en
klaarstaande slippers aandoen! Tineke koopt voorverpakte en dus al
schoongemaakte pomelo en ananas, ik een pakje artisjokkenthee en
tandenpasta. Tegen half vier rijden we
HCMC binnen. We zien ontzettend
veel hijskranen, draglines etc aan de kant van de weg staan. Komen
langs het grote Suoi Tien amusementspark en zien de drukte op de weg
steeds groter worden.
We
passeren enkele grote rivieren en zoeken dan kriskras de stad door
(mooie grote
havens) naar het Brothers buskantoor aan de Dé Tham. Wij lopen door naar
Madame Cuc's hotel, aan een zijstraat
van de Dé Tham: 64 Bui Vien. De $25 p.n. vinden we te veel,
lopen dus door naar
no 70 Phan Lan. Die ons naar de dependance een eind verderop wil
brengen. Maar
we komen bij een buurman op no 80 terecht: Van Trang. Die heeft een
heel nette
kamer op de 1e verdieping voor $15 p.n. Al snel spoelen we het
zweet van vandaag weg, rusten een
tijdje uit, om dan een klein blokje om te gaan maken. Onderweg wordt
ons voor
de 1000e keer een stapel Lonely Planets onder de neus gehouden. Tineke
bluft
dat we belangstelling voor een Thailand versie hebben (die zit er niet
in) en
loopt, ondanks de verzekeringen van de verkoopster dat zij die zo
heeft, door.
Op de hoek Dé Tham, Bui Vien drinken we een duur pilsje in
Café Boo. 18.30. We gaan eten in de
Dé Tham op de 1e étage van een
restaurant. 19.00. Opeens staat daar die boekenverkoopster naast onze
tafel met
een LP Thailand van 2007. Weliswaar een 2e hands maar zeer net
exemplaar. Na
niet al te veel handelen gaat de prijs van VND240.000 naar 200.000
omlaag en
zijn wij weer een kilo boek rijker. We zoeken de kamer op,
nemen van de hotelbalie een folder
met trips in de buurt mee en bekijken wat we evt. kunnen doen hier de
komende
dagen. Ik schrijf het verhaal
bij terwijl Tineke met de neus in
de gidsen blijft zitten. |