Zondag 6-8-2006.
Na de wandeling “thuis” douchen, eten en doorkleppen tot ver
in de nacht. Net na het eten snuffelt Frank nadrukkelijk aan de lucht.
Om zich
heen. “Er hangt een brandlucht”, meldt hij. Vuur is natuurlijk in deze
kurkdroge omgeving een complete ramp en dus wordt het terrein om het
huis heen
geïnspecteerd. Dan zie ik aan de westkant van het brede dal op een
helling net
onder de top de vlammen boven de bomen uitslaan. Dat fikt daar stevig.
Even later
merken we 3 of vier kleine vliegtuigjes op, die daar rond cirkelen. Een
voor
een duiken ze van achter de bergrug over de rand heen naar het vuur en
gooien
een massa oranjerood spul over het vuur. Daarmee krijgen ze na zo’n
20-tal
ladingen het vuur onder controle. Met de verrekijkers kunnen we het een
en
ander aardig volgen. Intussen is iedereen hier blij dat het een flink
eind van
hier weg is. Gedurende de avond gaan we voor de zekerheid toch maar af
en toe
kijken.
Frank en ik blijven nog tot laat bezig met
drastische wereldhervormingen.
Hoe leger het rode wijnvaatje des te drastischer de maatregelen. Vooral
van
mijn kant. Tineke en Ans zagen dat al lang tevoren aankomen en gingen
al rond
12 uur plat. Wij houden het tot tegen drie uur vol. Ik zeg wel 20 keer:
“Nu ga
ik slapen.” Maar hop even vrolijk van onderwerp tot onderwerp door.
|